dinsdag 29 november 2011

Jurylid

Mijn kinderen zijn in de ban van jureren. Waar je op tv mee dood gegooid word, heeft zich zonder mankeren verplaatst naar ons huis. Toch kijken mijn kinderen niet mee naar de grote shows. Geen probleem. Ook tijdens het kinderuurtje komt het ruimschoots aan bod. Alles wordt beoordeeld. Alles wordt bekritiseerd. En deze trend zet zich door naar huis. Mijn kinderen zijn jurylid. En o! wat zijn ze streng!

Als ik de was uit de wasmachine haal, word er kritisch gekeken door jurylid nummer 1 of ik het wel goed doe. "Mamma, je laat een sok vallen, dat kost je één punt!" jurylid nummer 2 is milder:'' Maar het is ook wel veel was hé, dan kan het gebeuren dat er een sok valt. Omdat je toch niet nóg een sok heb laten vallen, krijg je van mij er een puntje bij." Pfieuw, gelukkig maar!

Zo gaat het door. Ik word beoordeeld op mijn kookkunsten (die volgens hun waardeloos zijn, behalve friet bakken, daar ben ik goed in), verder op hoe lief ik ben (of hoe boos ik ben). En ook op of ik hen wel genoeg naar beeldschermen laat kijken. Afhankelijk van mijn bui scoor ik hier heel goed, of uitzonderlijk slecht in. Ik laat het mij maar aanleunen, mamma is een gewillig slachtoffer.

Gelukkig beoordelen ze ook elkaar. En dat kan hilarische taferelen opleveren. Zo waren ze vanmiddag elkaars slidings aan het beoordelen. Dit was wat lastig, aangezien Amélie nog nooit van een sliding gehoord, laat staan gezien had. Eva deed het een keertje voor. Dit werd zeer positief beoordeeld door jurylid Amélie. Daarna mocht zij een sliding maken. En was Eva jurylid. Je kan natuurlijk wel raden hoe het oordeel luidde. Knap waardeloos, wat Amélie liet zien. Amélie kon er gelukkig positief mee omgaan:"Ja maar weet je Eva?! Ik kan dan wél weer heel goed het fout doen!"

Hoogbegaafdheid is sowieso lulkoek

Van de week las ik deze blog: http://blog.jmouders.nl/2010/11/hoogbegaafdheid-is-sowieso-lulkoek/

Het zette mij aan het denken over mijn dochters. Ja, ik heb twee hoogbegaafde dochters zoals men dat noemt. Ze hebben beiden een IQ boven de 130, zijn creatief en leren graag. Dat valt dan toevallig onder de label hoogbegaafd.

Heb ik mijn dochters laten testen omdat ik wilde pronken met hen? Heb ik hen het slachtoffer laten worden van mijn ambities? Dat ik aan de hele wereld kon laten zien hoe geweldig mijn kinderen zijn? En dat dat zou afstralen op mij, want het komt vast door de genen?
Zou dat de onderliggende reden zijn dat ik hen heb laten testen? Ik heb hier bijna een nacht van wakker gelegen.

En het is gewoon onzin. Waarom zou ik zo een test nodig hebben om aan de hele wereld te laten zien hoe geweldig mijn kinderen zijn? Dat vond ik zonder die testen ook al hoor. En pronken met hen, heb ik ook geen test voor nodig. Dan had ik vast het complete rapport wel online gezet, kijk mijn knappe kinderen eens; daar kan die van jou niet aan tippen hoor! Wat belachelijk! En tja, die genen, ik denk niet dat het echt op mij zal afstralen, iedereen die ons kent, zal dan eerder Martin aanwijzen als het genetisch bepaald is. En juist Martin vond het allemaal maar onzin, dat getest.

Waarom dan wel die testen? Waarom wilde ik zo graag weten of mijn kinderen hoogbegaafd zijn? Omdat er wat was. Zoals iedere ouder het waarschijnlijk aanvoelt dat er iets anders is aan zijn of haar kind, zo voelde ik dat mijn kinderen niet “normaal” waren.

Waarom moest ik een jaar lang Amélie huilend naar school slepen? Hoe komt het dat Eva van zichzelf denkt dat ze ongelooflijk dom is? Waar komt toch die faalangst vandaan? Waarom heeft Amelie geen vriendinnetjes? Waarom kan ze zo ongelooflijk vreemd reageren alsof ze van een andere planeet komt? En waarom luisteren mijn kinderen niet gewoon naar mij, hoe komt het toch dat ze altijd en eeuwig een weerwoord hebben?

Er was iets. En dan ga je zoeken. Het eerste half jaar van Amélie dacht ik dat ze zwakbegaafd was. Ze deed niks, alleen maar kijken. Ik maakte mij zorgen, maar nog niet heel erg. Mijn lieve neefje is ook anders, wat maakt het uit? We zijn allemaal stapelgek op hem! Toch was het dat niet bij Amélie, want ze ontwikkelde zich uiteindelijk keurig. Is het dan autisme? Of toch iets anders? En zo ga je zoeken als ouder.

Er was iets. Eva kwam elke dag verschrikkelijk boos uit school. Thuis ging ze encyclopedieën lezen. Ruzie zoeken. Buikpijn. Er was iets. Maar wat???

Daarom de testen. Niet omdat ik zo graag wil dat ze anders zijn. Maar omdat ze anders zijn. En dat mag. Nu mogen ze zichzelf zijn. Misschien krijgt Amélie ooit wel een vriendinnetje. Misschien zal Eva zichzelf ooit niet meer straffen omdat ze iets fout deed.

Ik ben zo moe van alle vooroordelen. Ik ben zo moe van mensen die zeggen dat het mode is om hoogbegaafde kinderen te hebben. Was het maar normaal, dan voelden mijn kinderen zich misschien niet meer zo alleen en anders!